“Mama, ikke wat lekkers?”

Kit gaat steeds beter praten en dat weet ze zelf ook. Ze begint net zo een ouwehoer als haar broers te worden. Alleen de meeste van haar vragen gaan over eten. Vooral als ze met de Ipad op schoot zit, blijft ze vragen om een appel, wafel, koekje, broodje, yoki, appelperzik, enzovoort.

Of ze daar op dat moment echt trek in heeft of dat het een geautomatiseerde opmerking is, daar ben ik nog niet over uit. Er gaat namelijk veel in dat koppie rond, ze weet het allemaal wel, maar het komt er niet makkelijk uit.Mama ikke wat lekkers

Zo ga ik volgens Kit, als ik naar mijn werk ga, naar ZaanForce (sportschool van papa), gewoon omdat Kit dat ook altijd bij papa zegt. Maar laatst kwam het hele verhaal er uit dat ik naar de zaak ging, en iedereen die daar ook zit werd opgenoemd. Eindelijk was het goede laatje in haar hoofd open gegaan.

Daarom denk ik ook dat ze zo vaak piemel zegt. Naast dat het een woord is dat niet mag, is het ook een woord dat makkelijk te zeggen is. Dus als ze van alles wilt vertellen maar al die laatjes gaan maar niet open, dan maar gewoon piemel zeggen. Is nog lachen ook. Ik denk zelf dat het zo een beetje in haar hoofd gaat.

Het is wel erg gezellig om zo met Kit te kunnen kletsen al merk ik dat niet iedereen haar even goed begrijpt. Onze gesprekken bestaan voornamelijk uit dat ik iets vraag,- Kit geeft hier antwoord op. Ik herhaal antwoord met de juiste uitspraak en dan eventueel wat uitbreiding. Vervolgens probeert Kit dit weer te herhalen en herhaal ik haar weer.
Voor een buitenstaander denk ik wel erg omslachtig aan te horen.

Soms begrijpt Kit, als het een woord is dat een beetje nieuw voor haar is, weer niet wat ik zeg. Maar daar heeft ze een goede oplossing voor. Dan geeft ze namelijk als antwoord:
“Isda?? Isse da Engels..??”