Talking Heads

“Kijk!……Papa, eten..” poserend bank

Kit begint steeds meer te kletsen en zo verraste ze ons vanmorgen met zo goed als een zinnetje. Ondertussen werd er druk gewezen naar de bak yoghurt die voor Bart zijn neus stond. We zijn zo gewend dat wat Kit zegt niet te verstaan is dat we soms vergeten goed te luisteren. En juist de laatste tijd probeert ze zich steeds meer verstaanbaar te maken door echte woorden. Het is zo gezellig om met haar rond te lopen en haar dingen horen te benoemen.

Van de week liepen we bij het kinderdagverblijf en daar lagen twee matrassen boven op de kast. “Mama, kijk!!” riep ze naar me. Ze was erg verbaasd en het viel haar dus op dat het niet normaal was. Voor elk ander kind van drie heel normaal, maar voor Kit een stapje verder in haar ontwikkeling.

Haar ontwikkeling gaat de laatste tijd erg hard en ze maakt zich voor mijn gevoel helemaal klaar voor de basisschool over een half jaar. Sinds een paar weken heeft Kit ook eindelijk een bril met de goede sterkte dus er is letterlijk een wereld voor haar open gegaan.

De oogarts bij het ZMC houdt al een paar jaar vol dat Kit -3 en -6 heeft. Maar toen we laatst bij het VUMC voor onderzoek waren, kwam hier toch een heel andere sterkte uit: namelijk -8 en -8,5. Logisch dat Kit haar bril niet ophield, het ding hielp voor geen meter. Haar nieuwe bril blijft keurig netjes op haar neus tot ze ’s avonds weer naar bed gaat. Al vliegt hij in de auto nog wel eens op mijn schoot als Kit deze vanaf de achterbank naar mij toe gooit. Ondertussen mompelend: “Zo, bril…”

Het luisteren gaat een stuk beter en ik voel dat de boodschap meer bij haar binnen komt. Misschien komt dit ook wel doordat ze nu een stuk beter ziet en daardoor meer signalen kan oppikken.  Weer hebben we een les geleerd dat we de tijd moeten nemen. En Kit de tijd moeten geven.

Het enige probleem wat we de laatste tijd hebben is het in bed blijven liggen. Het is elke ochtend weer een verrassing hoe we Kit en Dex aantreffen in hun kamer. De ene keer heeft Kit alle kleren aangetrokken die op de stoel liggen. De andere keer heeft ze het voor elkaar gekregen om in de ledikant bij Dex te klimmen om met zijn speen en knuffel onder zijn deken te kruipen. Een luid huilende Dex weg duwend: “Nee, Dex..” Soms weet ze zich zo goed te verstoppen dat ik aan mezelf begin te twijfelen waar ik haar nou heb gelaten. Dus trek ik haar maar weer onder het bed vandaan of staat ze op de vensterbank achter de luxaflex.

Ach, het houdt ons fit, steeds de trap op en af!