RIVM

Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu:

“Downsyndroom is een aangeboren aandoening. Kinderen met downsyndroom hebben een verstandelijke beperking. Daarnaast hebben zij vaak lichamelijke afwijkingen en gezondheidsproblemen. Hoe zij zich ontwikkelen en hoe ernstig de gezondheidsproblemen zijn, verschilt van persoon tot persoon.”

Aandoening, lichamelijke afwijkingen en gezondheidsproblemen…

Dat veel ouders schrikken als ze een kindje met Down krijgen, is niet zo gek als je dit soort dingen leest. De nadruk ligt op wat je kindje mankeert en niet zozeer op hoe je kind kan zijn in de toekomst. Het gekke is dat je na de eerste schrik er achter komt, dat dit kindje niet zoveel verschilt van de andere baby’s. Ook deze moet eten,  wil geknuffeld worden, verschoond, en ga zo maar door.

Chromosomen

Het syndroom van Down ontstaat door een extra chromosoom – chromosoom 21 heeft geen twee maar drie exemplaren. Er zijn een aantal uiterlijke kenmerken waar je mensen met het Downsyndroom aan zou kunnen herkennen. Namelijk:

• Gespreide grote teen
• Schuine ogen
• Lange tong
• Lage spierspanning
• Hypotonie
• Aaplijn hand
• Brushfield spots
• Wat kleinere schedel

Gedrag en persoonlijkheid

Qua persoonlijkheid zijn het vaak de volgende dingen die genoemd worden:

• “Kindjes met down, die zijn altijd vrolijk”
• “Ze zijn zo muzikaal”
• “Ze zijn zó lief”

Helaas moeten we daar toch de mensen wat in teleurstellen, want “het zijn gewoon mensen”. Dus helemaal niet altijd vrolijk, meestal niet muzikaal en helaas ook niet altijd lief.
Wel komen wij, als ouders, er toch vaak achter dat er andere dingen in gedrag zijn waarin onze kinderen op elkaar lijken. Maar ook dit is gedrag dat elk kind laat zien, alleen onze kinderen wat in wat sterkere vorm.

Bijvoorbeeld:

• Weglopen
• Alles aanraken
• Hard knuffelen
• Groot empatisch vermogen
• Slecht luisteren naar aanwijzingen

Maar ook daarin zal elk kind verschillen. Elk kind is verschillend, dus ook elk kindje met Down.